5-8-2023 Portland
The bunkhouse, Scappoose, AirBnB.
5-8-23
We sliepen dus tot 6.30 uur en braken ons kamp af. Omdat we pas om 15.00 uur in ons huisje konden moesten we de tijd doden. Thuis hadden we bedacht om ergens te gaan eten waar Richard en Juul ook hadden gegeten. Door de wisseling met de auto hadden we onze plannen moeten wisselen. Daarbij kwam dat we moesten reserveren om te eten en ik had geen internet. Er naar toe rijden was 2,5 uur rijden. Op de kaart een klein stukje maar omdat er een berg tussen zit toch nog een hele rit. We lieten het maar zo.
Het had vannacht geregend en het miezerde nog steeds een beetje. Richard had bedacht om naar The Bridge Of The Gods te rijden. Dit is een brug die van Washington naar Oregon gaat, of andersom. Voor de pct’ers is dit een mijlpaal. We zouden de Columbia River volgen en wel zien wat de dag zou brengen.
De omgeving er naar toe was prachtig. Veel bossen, watertjes, landbouwgronden, boerderijtjes. We stopten bij een farm waar we zelf blauwe bessen mochten plukken. Gewapend met een emmer gingen we op zoek. In een mum van tijd hadden we een halve emmer vol. En ze waren zo lekker, net snoepjes. We rekende af en gingen bij een tafel onze muesli eten met uiteraard heel veel blauwe bessen.
Bij de Columbia River zagen we bij een afslag een bord dat je naar de Bonneville Dam kon gaan. Er was een visitercenter. Richard op de rem en er naar toe. Terwijl ik foto’s maakte van de dam was mijn mannetje verdwenen. Hij was naar de andere kant van de weg gelopen om er bramen te plukken. Graceful in zijn natuurlijke habitat, schreef Juul toen ik een foto hiervan op onze groepsapp zette.
Omdat het nog vroeg was waren er nog geen rangers bij de dam. We konden zo doorlopen. Eerst bekeken we de vistrappen die hier gemaakt zijn om de vissen na de ene naar de andere kant te laten zwemmen. Je kon ze door grote ruiten zien zwemmen. Vanaf een grote tribune kon je ze bekijken, dat kan toch alleen maar in Amerika. Ze werden geteld en gecategoriseerd door de rangers. Daarna bekeken we de turbines die voor stroom zorgen in heel Portland. We vonden dit een erg leuk onverwacht uitstapje. Leuk ook om kinderen te doen.
De volgende stop was The Bridge Of The Gods. Aan het einde moesten we tol betalen en we zagen de hikers eroverheen lopen. Ze hadden weer een mijlpaal te pakken. Ik maakte nog wat foto’s en we reden door Troutdale. Daar zou een pub zijn waar we konden eten. Er was een afslag naar een beroemde brug met waterval die we alleen van een afstand bekeken. Als je veteraan was, een handicap had of bejaard dan mocht je er gratis naar toe. Aan al deze eisen voldeden we niet dus hoefden we de brug niet te zien. Daarbij regende het en het was megadruk.
In de bergen bij Troutdale was er van alles te beleven. Dan een rommelmarkt, dan een lavendelboerderij, dan weer een met zonnebloemen, het ging maar door. Als we tijd hebben gaan we hier terug. In Troutdale was een bijeenkomst van antieke auto’s. We vielen weer met de neus in de boter. Er waren prachtige exemplaren bij. Een meneer vertelde me dat hij 13 maanden, 10 uren per dag bezig was geweest om zijn auto te restaureren. Dat was echter niet de grootste uitdaging, dat was de auto (lees wrak) uit het weiland trekken. Hij had foto’s van ervoor en erna, wat enorm knap gedaan. Je zou er bijna niet in durven rijden.
Eten deden we bij Carls, waar we een hamburger kregen waar we niet overheen konden kijken. We hadden toch echt een medium besteld.
De komende drie nachten slapen we in Scappoosse in een cabin. We hebben een prachtige uitgekozen met 1 nadeel er is geen douche. De eigenaresse kwam met blauwe bessen voor ons aangelopen en zag mijn knie. Natuurlijk mocht ik bij haar binnen douchen, ze moest hem alleen even schoonmaken. We kregen later ook nog bramen en hebben gezellig met haar over van alles en nog wat gepraat. Lief mens. Nu zitten we hier op de veranda met een biertje en een wijntje terwijl de kolibries nectar uit de bloemen zuigen. Volgens de eigenaressen komen er morgenvroeg ook herten door de tuin lopen. Ze hebben hierachter in het bos een natuurlijk pad gemaakt. We genieten met volle teugen.
Ps. Het lukt met niet om de foto’s te uploaden. 4G werkt hier niet en de wifi is te zwak. Komt nog wel.
4-8-2023 Mnt Hood
Sunset Falls campground rec.gov
4-8-23
De bedoeling was om vroeg op te staan en op zoek te gaan naar de Abiqua waterfalls. We waren om 7.00 uur op en gingen direct op weg. Het was een uurtje rijden dus dat viel wel mee. De tent was zo weer afgebroken en eten zouden we onderweg wel doen. Zo konden onze buren lekker uitslapen. Ergens halverwege trapte Richard op de rem. Bramen. Dit deden de heren ook op de pct, als er wat te halen is dan eten maar. Heerlijk zo’n ontbijt. Weer een half uurtje verder aten we onze muesli op het terrein van de plaatselijk scouting. Er stonden prachtige picknicktafels en we claimden er één. Gen kip te zien.
Ik had de waterval gepinpoint en wist dat het nog een eindje lopen was. We waren de eerste die dag. Je kon op drie plekken je auto parkeren. Omdat het een grindpad is en we niet weer gedoe wilde hebben met de auto zette we hem netjes op de eerste plek. 3,2 km lopen, ”doen we even” zei Richard. Net na de eerst bocht werd de weg beter en prima berijdbaar. Ik had er de ju in want de weg ging behoorlijk naar beneden en als we daar waren moesten we nog aan de trail beginnen. Maar goed ik wilde perse die waterval zien toch, dan ook niet zeuren. Een km verder stapte ik op een steen, die rolde onder mij vandaag en daar lag ik. Resultaat: 1 flink geschaafde knie. Richard ging de auto halen en was binnen twintig minuten terug. Hij was de berg opgerend. We maakte de wond schoon en ik deed er wat Betadine op. We besloten om toch maar zover mogelijk naar beneden te rijden en vanuit daar het pad te volgen naar de waterval. Er kwam een gezin aan die vroeg of wij wisten waar de waterval was, niet echt dus. Ze besloten om de auto ook maar te laten staan en verder te lopen. De weg werd te slecht. We kwamen een fotograaf tegen die een verhaal had over touwen waar je naar beneden moest slingeren, niet te doen, veel te stijl zei hij. Dat beloofde wat. Hij stopte ermee en ging terug.
We volgden eerst nog een pad, maar dat bleek het verkeerde te zijn. Maps.me gaf aan dat we nog 20 minuten moesten lopen en dan zou daar de echte trail beginnen. Ik begon nu wel door te krijgen waarom we zowat de enige hier waren. Uiteindelijk vonden we het pad en konden we beginnen. Nou laat ik het zo zeggen: de fotograaf had niets te veel gezegd. Onze kinderen hadden dit overigens vast geweldig gevonden. Supersteile smalle paden, touwen om je aan vast te houden, zelfs met de wandelstokken was het een hele afdaling. “Zo zag de pct er ook uit, zei Richard”. Twintig meter voordat we er waren gaf ik er de brui aan. Ik durfde niet meer, zat huilend op een boomstronk boven het ravijn en dacht: ik ben er klaar mee. Mijn ene knie deed pijn van de schaafwond en de andere pijn van het afdalen. Op mijn verzoek ging Richard wel door en maakte foto’s. Terwijl ik aan het wachten was kwam het gezin voorbij. Ze hadden de ingang gevonden. “Wat, is er nog zo’n stuk met die touwen? Jazeker zei ik, succes ermee. Een eekhoorntje kwam naast me op de boomstronk zitten en bekeek me eens goed. Die moet vast gedacht hebben “wat doet dat maffe mens hier? “. En gelijk zou hij hebben.
Toen Richard terug was vertelde hij doorleuk dat het was een mooie waterval was maar die van gisteren waren ook mooi. Fijn zo’n nuchtere opmerking.
Daarna liepen we weer naar de auto toe, pittig omhoog. Al met al twaalf km gelopen met als resultaat een geschaafde knie en geen waterval gezien. Het was eigenlijk de bedoeling dat Fenna en ik deze vorig jaar gedaan zouden hebben. Moet er niet aan denken dat we er moet z’n 2en aan een touw gebungeld hadden.
We zagen onderweg naar onze volgende camping een wijnproeverij. Vonden dat we dit wel verdiend hadden. Proefden 6 bodems wijn en kochten 2 veel te dure flessen. Bij de camping aangekomen hadden we een prachtige plek. Daarvoor moesten we echter wel een heel eind met onze spullen sjouwen. Van onze buren kregen we warm water voor de noedels en dronken 1 fles wijn in 1 keer op. Om 21.00 uur ging het licht uit. We sliepen tot 6.30 uur de volgende dag. We zullen het wel nodig gehad hebben, zou mijn moeder gezegd hebben.
3-8-2023 Abiqua Falls
Silver Falls campground Reserve America
3-8-23
De kamer hadden we zo opgeruimd en vertrokken naar Eugene om de auto te ruilen. We reden door het prachtige Willamette, een groot bosgebied in Oregon. Fenna en ik zouden er vorig jaar ook naar toe gegaan zijn, maar dat ging niet door. We wilden er goud zoeken. Volgens mij is dit bos nog niet zo toeristisch, veel beekjes, bergen, bomen en groen. Echt heel mooi. We reden er zeker 80 mijl door heen, zo uitgestrekt dat kun je bijna niet bevatten als Nederlander. Verder zagen we hele heuvels met afgebrande bomen, zo jammer. Huizen waren ook weg maar ook wel weer aan het opbouwen. Er stond ook veel te koop, we dachten dat mensen hier niet meer durfden te wonen door die grote bosbrand, wie weet. Ergens op een mooie picknickplek in het bos aten we onze muesli. We verbaasden ons over de schoonheid. Hele plukken groen hingen aan de bomen, het leek wel een sprookje. En niemand te zien.
In Eugene hadden de kleine luchthaven zo gevonden. Toen we de auto parkeerde zagen we een vrachtwagen met aanhanger. Daar stond onze Jeep op, hoe toevallig is dat. De chauffeur reed er net mee weg. Bij de carrental ging het er heerlijk relaxt aan toe. We vertelde kort ons verhaal, kreeg een andere auto mee. Gooiden onze spullen in de nieuwe auto, brachten de sleutels van de andere auto naar Enterprise en klaar waren we weer. We raken er intussen bedreven in.
Het was intussen 14.00 uur en de magen begonnen te rammelen. We aten bij Taco Bell een hapje en konden er weer tegenaan. Ik had een aantal covered bridges gepinpoint en er was er een op de route. Nou ja, een klein omweggetje van tien minuten, waar hebben we het over. We bekeken de Gilkey bridg uit 1838 aan alle kanten en bleven even over de reling hangen on te kijken naar een man die bezig was om een turbine in werking te krijgen. De man was al op leeftijd, ik schat 75 en balanceerde over de balken om niet in het water te vallen. Gelukkig ging het goed.
Vandaag was het plan om te kamperen in Silverfalls campground. Dit hadden we een half jaar geleden al geboekt. Toen ik er een maand later achter kwam dat ik een fout had gemaakt met de datum was kon ik niet meer voor vandaag en morgen (twee dagen) boeken. Vandaag ging nog wel dus hebben we dat maar gedaan en voor morgen een andere camping genomen. Silverfalls is een State park camping en daar hebben we het meestal niet zo op. Druk, gillende kinderen, herrie tot diep in de nacht, we kunnen er verhalen over vertellen. Deze echter verbaasde ons positief. Ik schijf dit verhaal nu om 21.45 uur en ben de enige op de camping die nog wakker is. Tenminste zo lijkt het. Toen we aankwamen was er geen host en die hebben we trouwens nog steeds niet gezien. Richard deed een kort dutje en daarna begonnen we om 17.00 uur aan een van de mooiste wandelingen die we ooit gedaan hebben. Mocht je ooit de kans krijgen dan is dit zeker een aanrader. De trail of the ten waterfalls is 12 km lang en er zaten best pittige stijgingen in. Maar met mijn nieuwe wandelschoenen liep ik op wolken. We zagen tig watervallen, de een nog mooier dan de andere. Varens die zo mooi waren dat ze nep leken, bruggetjes over de beekjes, stroomversnellingen, mos wat aan de bomen hing noem maar op. Dit zou zo een inspiratiebron voor de Efteling kunnen zijn. We zagen niet zo veel mensen en konden lekker doorlopen. Je kon achter een aantal watervallen doorlopen, moest bukken om je hoofd niet te stoten tegen overhangende rotsen. We kwamen wandelaars tegen die ons vertelde dat er een stinkdier over het pad liep. Niet gezien, ook geen behoefde aan ha ha, we stonken zelf al hard genoeg van de hike. Om 20.00 uur waren we weer terug op de camping. Mijn smartwatch vertelde dat hij trots op me was, kijk eens aan. Richard sneed wat groenten voor het avondeten en een lieve buurvrouw maakte water voor ons warm voor de aardappelpuree. Een simpel maaltje , alles smaakt beter na een wandeling in de buitenlucht. Lang leve de camping.
2-8-2023 Bend
62877 Bilyey way Bend, Airbnb
2-8-23
Vroeg uit de veren om naar Crater Lake te rijden. We wilden daar gaan ontbijten in de historische lodge. Om 9.00 kwamen we aan en kregen ene plekje toegewezen, het was er niet druk. Een jonge knul bediende ons en vertelde dat hij uit Rusland kwam. Hij was hier als student en wilde niet terug naar huis om redenen die we wel kunnen begrijpen. Zijn familie miste hij heel erg maar veiligheid stond voorop. Wat een dilemma’s en verdriet moet die jongen hebben.
We gingen buiten in de schommelstoelen uitbuiken om van het prachtige uitzicht te genieten. We besloten om om Crater Lake heen te rijden. Kletsen nog over hoe Richard en Juul het hier vorig jaar gehad hadden. Richard ziet nu steeds meer hoever het lopen eigenlijk was. Zover van de camping om even te ontbijten, niet normaal. Stopten bij de prachtige vergezichten en maakte de ene foto na de andere.
Toen we terugreden begon er een lampje te branden van de oliedruk en bezochten de Jeep dealer in Bend. Daar werden we geholpen en lazen ze de auto uit. Er bleek inderdaad een probleem te zijn met de oliedruk en zij konden het op kort termijn niet maken, doorrijden met de auto was geen optie dan zou de motor kapot gaan. We belden met Hertz om te vragen hoe nu verder. Omdat ons Engels niet zo goed is en we technische dingen uit moesten leggen nam de Service advisor van de Jeep garage het gesprek over, de telefoon stond op de speaker. Hij vertelde dat de auto niet binnen 1 dag gemaakt zou kunnen worden. De persoon van Hertz zou navraag doen hoe nu verder. Na lang wachten kregen we te horen dat een vliegtuig moesten boeken naar Eugene. Hoe we op de luchthaven moesten komen, wie de tickets zou betalen, de persoon wist het niet. De Service advisor vertelde de Hertz medewerker dat dit geen optie was. Noemde hem achteraf een pannenkoek op en stokje…..Hertz vertelde dat er een vrachtwagen zou komen om de auto op te halen, die zou naar Eugene gaan. Wij zouden ook naar Eugene moeten gaan, hoe geen idee. Voor de goede orde dit is een rit van 2,5 uur met de auto heen en we moesten ook weer terug omdat we hier in een AirBnB zitten. Geen optie dus omdat we dan midden in de nacht terug zouden zijn en we hadden geen idee hoe we daar zouden moeten komen. We werden totaal aan ons lot over gelaten, moesten het maar uitzoeken. De Service advisor van Jeep gaf aan dat hij dit nog nooit had meegemaakt. Wij ook niet trouwens. Nogmaals hij deed het telefoongesprek en wij luisteren mee. We moesten wat gaan doen, konden hier niet blijven (zaak ging sluiten) en hadden spullen in de auto en spullen in de AirBnB. De Service advisor gaf ons het advies om naar Enterprise te gaan in de stad om daar een auto voor 2 dagen te huren er is geen Hertz in Bend. Dan konden we daarna naar Hertz in Eugene om de auto te ruilen. Dus hebben we op de valreep (17.30 uur) een auto gehuurd bij Enterpice. Een medewerker van Jeep was zo lief om ons naar Enterprise te brengen.
Om 18.16 uur kregen we een telefoontje van Hertz. Waar de auto was, die wilden ze ophalen. Ik ben best boos geworden omdat ik me onbegrepen voelde. Ik probeerde uit te leggen wat er gebeurt was (maf idee van het vliegtuig naar Eugene) maar de medewerkster van Hertz vertelde dat het zo niet gegaan was. Dit zou een medewerker van Hertz nooit zeggen.
We spraken af dat we overmorgen naar Eugene gaan, brengen de auto terug naar Enterprise en halen een nieuwe auto op bij Hertz. Ik vroeg ook wie de kosten voor het huren van een andere auto ging betalen. Daar gingen zij niet over dat moesten we maar in Las Vegas regelen met de manager.
Na dit alles zijn we gaan eten bij de Indiër waar Richard en Juul vorig jaar ook gegeten hebben. Ik mailde later naar Hertz Nederland om ze op de hoogte te stellen. We wachten maar af hoe dit af gaat lopen.
1-8-2023 Bend
62877 Bilyey way Bend, Airbnb.
1-8-23
Om half zeven waren we al wakker maar bleven nog lekker in bed liggen. Juul belde om bij te kletsen. Gisteravond hadden we Jessie en Lars nog gesproken, gezellig. We brachten onze spullen naar de auto en de sleutel van het motel gooide ik in de dropbox. Een dikke 200 meter verderop was er een koffiehuisje waar we koffie dronken lekker buiten aan de picknicktafel. We deelden samen een ontbijtbowl die verrassend goed smaakte. Daarna reden we in Ă©Ă©n ruk door naar Bend. Onderweg vroeg Richard aan mij hoe het met mijn voeten ging. Vorig jaar waren ze goed geholpen in een schoenenzaak in Bend. Misschien was het wel een goed idee om mijn voeten ook een op te laten meten en goede wandelschoenen te kopen. Goed plan maar eerst wilde ik de Lava Cave River zien. Ik had mijn huiswerk niet goed gedaan want bij aankomst bleek dan de Lava Cave River op dinsdag en woensdag gesloten is, wat flauw.
We reden naar Bend en Rich deed heel veel moeite om de schoenenwinkel (Footzone) te zoeken, zo lief. We hadden hem uiteindelijk snel gevonden en we vertelden waarvoor we kwamen. Er ging werkelijk een wereld voor me open. Richard en Juul hadden deze winkel en het personeel erg opgehemeld maar ze hadden niets teveel gezegd. Eerst moest ik met mijn voeten op een plaat gaan staan. Mijn hele voet (hak, wreef, tenen) werd rondom gescand. Het meisje van de winkel zag direct mijn voetproblemen. EĂ©n teen was ooit gebroken en die stond nu krom, die zorgde altijd voor blaren. Mijn voeten staat naar binnen en daarbij heb ik erg hoge wreven. Door de steunzolen die ik draag staan mijn voeten hoog in de schoenen en dat heeft er voor gezorgd dat ik aan een voet een botuitsteeksel heb gekregen. Nou zoek voor deze ellende maar eens een paar goede schoenen. Ik heb goede wandelschoenen maar na vijf km lopen heb ik al blaren. Het meisje vertelde dat ze met heel veel schoenen zou terug komen en het zou zeker lukken om een goed paar te vinden. Het eerste paar zat als gegoten, voelde geen pijn aan mijn tenen en zaten heerlijk. Ik moest er nog veel meer passen en uiteindelijk heb ik hele fijne schoenen meegekregen. Ik deed ze in de winkel aan en heb ze niet meer uitgedaan. Ik ben zo blij, wat fijn dat ik nu eindelijk pijnloos kan lopen.
Helemaal happy gingen we verder op pad om naar punten ze zoeken waar Rich en Juul vorig jaar waren. We reden door de stad en Richard vertelde wat ze allemaal gezien hadden en liet me het motel zien waar ze geslapen hadden. We aten een klein hapje bij een Foodtruck en reden naar het water. Daar lieten mensen zich op banden stroomafwaarts drijven. Leuk, misschien gaan wij dat morgen ook wel doen. Daarna reden we naar de Crux Fermentation Project. Daar hadden de heren vorig jaar heerlijk bier gedronken en gegeten. Buiten stonden er picknicktafels en eettentjes er omheen. We besloten om hier vanavond te gaan eten. We zochten onze AirBnB op voor de komende twee nachten. Wat een lotje uit de loterij zeg. We zitten aan het water en hebben een mooie privéplek. We gaan ons hier zeker vermaken. We douchten, chillen en lazen wat en gingen toen op weg naar de Crux Fermentation Project. Hier bestelden we een Porter en een cola en haalden wat eten bij de Mexicaan. Terwijl we daar zaten kwamen de PCT verhalen los, zo leuk. Ik zag een stelletje zitten die waarschijnlijk de PCT liepen. Dat bleek zo te zijn. We hadden een leuk gesprek en Rich kon ze wat tips geven over de rest van de wandeling. Ze hadden de pech dat ze een groot gedeelte door de sneeuwval niet konden lopen. Ze zouden die in september gaan doen als ze aangekomen waren in Canada. Dus daarna weer terug liften om de resterende 1000 km te lopen. Een hele klus. We wensten deze toppers een fijne en vooral veilige wandeling toe. “Hopelijk gaan ze het redden” zei Richard tegen mij terwijl we terugreden naar onze AirBnB.
31-7-2023 Steens mountain
Oyo Burns
31-7-23
Hoe gaaf is het om wakker te worden in je tentje terwijl de coyotes aan het huilen zijn? Wel gaaf he!! Dat overkwam ons vanochtend. Wat we toen nog niet konden weten dat dit misschien wel eens een voorbode kon zijn voor een supergave dag, daarover later meer. We werden dus wakker door het gehuil van de coyotes en besloten om meteen op te staan. Tentje afbreken, eten en op zoek te gaan naar de ingang van de woestijn. De tip die de jongen mij gisteren gaf om over de Alvort Dessert te rijden namen we maar al te graag aan. We reden een stuk, lekker gassen, maakten wat foto’s en gingen op zoek naar ons eerste echte doel van vandaag, de Borax Lake Hotspring. Deze hotspring is niet om in te zwemmen en lijkt op een miniatuur van Yellow Stone. We reden een zandpad in en zagen een gier op een elektriciteitsmast zitten. Hij bleef mooi zitten voor de foto. Daarna een grote roofvogel die ik alleen kon vastleggen op de camera en niet met de telefoon. De foto’s die ik post in ons blog zijn overigens allemaal met de telefoon gemaakt. We reden een heel stuk en het pad werd slechter en slechter. Uiteindelijk besloten we 2 km voor het einde om te draaien, het ging echt niet meer. Je wil hier overigens niet vast komen te zitten in vulkanisch gebied zonder een mens in de buurt. Gevalletje jammer maar helaas.
Ons tweede doel was de Steens Mountain Loop. We hoorde gisteren al dat we niet de hele loop konden doen omdat er rotsblokken op de weg gevallen waren en moesten hem nu vanuit het westen binnen rijden. Richard reed gelukkig niet al te hard want ineens stond er een kudde koeien voor ons op de weg. Drie cowboys op paarden probeerden de boel te managen. Binnen de kortste keren hadden ze de koeien netjes aan de rechterkant van de weg en konden we passeren. Nu weten we zeker dat we in Amerika zijn.
Verderop waren er wegwerkzaamheden waar we voor moesten stoppen. In Nederland gebruiken ze verkeerslichten om het verkeer te regelen, hier zetten ze mensen in de bloedhete zon neer met een stopbord. De man met het stopbord had de zelfde auto als wij alleen aan vijf jaar ouder. Hij was helemaal weg van de auto, had er 22.000 dollar voor betaald. De man zelf had geen tand meer in zijn mond en droeg ook geen kunstgebit, kwestie van keuzes maken denk ik. Hij haalde zijn telefoon tevoorschijn en liet stoer op foto’s zien dat hij enkeldiepte door een plas gereden was. Ik dacht “da’s nog niks, ik doe dat met onze eigen auto als ik de kans krijg, ha ha”. Ik liet hem de foto zijn van de plas water waar Richard door wilde rijden en vertelde hem dat de plas kniehoogte was. Nou, hij zou er absoluut niet doorgereden zijn. Kijk eens aan. We kregen het teken om achter de pilot car aan te rijden en namen afscheid van deze leuke man.
In Frenchglen tankten we de auto vol en dronken koffie bij een winkeltje. Ik moest naar het toilet en werd doorverwezen naar het buitentoilet van het ernaast gelegen hotel. Daar hadden juist besloten om het gras te sproeien en het was nog een hele uitdaging om droog bij het wc-hokje te komen. Eenmaal binnen dacht ik dat ik veilig zat maar op de een of andere manier werd ik aardig nat van de sproeier. Het dakje bleek niet zo functioneel te zijn.
Toen was het toch echt de tijd om aan de loop te beginnen. Natuurlijk was het weer een zandpad en onderweg zagen we een dode aangereden slang. In het begin stelde de omgeving niet zoveel voor. We kwamen hoger en hoger en zagen heel veel mooie bloemen in allerlei kleuren. We bereikten de sneeuwgrens en genoten van de uitzichten. Op de top was een uitzichtpunt over het dal. Daar aangekomen moesten we nog 200 meter lopen om echt over de rand het dal in te kijken. Daar zaten vier mensen het dal in te staren. Ze vertelden dat er over enkele minuten een jachtvliegtuig door het dal omhoog zou komen. Er was iemand met grote camera’s die in verbinding stond met de pilote (ja een vrouw) en die was naar de richel gelopen. Voor ons was deze persoon niet zichtbaar. We kletsten gezellig wat met onze camera’s in de aanslag. Na een kwartier wachten hoorde we daar warempel een herkenbaar geluid. Het vliegtuig kwam vanuit het dal naar ons omhoog gevlogen en scheerde naast ons verder. Wat was dit gaaf zeg en wat een herrie, we voelden ons hele lijf trillen. De pilote gaf een aardige show weg en ze maakte deze manoeuvre een keer of tien waarbij ze ook loopings maakte. De adrenaline vloog door ons lijf, dit was zo verschrikkelijk gaaf om te zien. Daar sta je dan met zes mensen op de top van een berg en iemand die ergens in een richel verscholen zit van dit schouwspel te genieten. De laatste keer vloog ze rechts over de bergkam en maakte een aantal malen een links en rechts beweging. Zo zei ze gedag tegen ons en weg was ze. Het was fantastisch om te zien en dit te mogen meemaken. Dit is een van de vetste dingen die we in ons leven gezien hebben. Toevallig waren we op het juiste moment op de juiste plek. We bekeken in de auto ons beeldmateriaal en gelukkig stond ze er goed op. Lieve dame in de cockpit, super bedankt voor de prachtige show!
We reden nog wat rond daarboven maar waren zo onder de indruk van de vliegshow dat we echt niet meer van al dat moois konden genieten. Er ging een lampje branden van het motormanagement, nee he, we hadden toch een andere auto…. We zien wel. Omdat we geen overnachtingplaats hadden besloten we naar Burns te rijden en te kijken voor een camping of een motel. Het is het laatste geworden, ik wilde graag beeldmateriaal uploaden en aan mijn verslag werken.
We aten bij een restaurant in vergane glorie stijl en het eten was al net zo. Bij een autowasserette spoten we auto af, het vuil bleef maar komen. In ieder geval is het ergste vuil eraf in geval we deze ook in moeten ruilen……
30-7-2023 Steens Mountain
Alvord Hotsprings en Campground
30-7-23
In het motel aten we onze trouwe muesli en we konden er weer tegenaan. De eerste stop was de Leslie Gulch. Hiervoor moesten we eerst 35 mijl de andere kant op rijden. Daarna 27 mijl over een zandweg om bij het eindpunt te komen. De omgeving deed surrealistisch aan, was erg verlaten en ongelooflijk mooi. De ene “wauw” en “kijk eens daar” volgde. Ik zou zeggen bekijk de foto’s maar eens. Op een gegeven moment zag ik ratelslang dwars de weg oversteken. Ik riep maar het was al te laat, Richard reed over de slang heen. Hij stopte en ik stapte uit om te kijken of de slang nog leefde. Natuurlijk op veilige afstand. En leven, dat deed hij zeker. Hij richtte zich hoog op en ratelede er op los. Gelijk had hij. Toen hij wat gekalmeerd was vervolgde hij zijn weg. We zijn nog even blijven staan om er voor te zorgen dat hij veilig over kon steken, dat waren we hem wel verschuldigd.
Aan het einde van de gulch is de Owhee Iver. Dit is Public land en de Amerikanen hebben hier een mooie camping gemaakt met overdekte picknicktafels en sanitair. EĂ©n familie had hier gebruik van gemaakt. Toen we alles bekeken hadden reden we naar Succer Creek. Richard had gelezen dat we daar Thunder eggs konden vinden. We aten er onze lunch (kersen en mango) en ik zocht op mijn gemakkie naar de eieren. Misschien heb ik er een paar gevonden, wie weet. Richard deed een dutje op de picknickbank.
Daarna was het de hoogste tijd om onze overnachtingsplek, Alvord Hotsprings Campground te gaan zoeken. We dachten dat het niet ver weg zou zijn maar Maps.me vertelde ons dat we er 8,5 uur over zouden gaan rijden. Veelal zandwegen natuurlijk maar toch. Richard pakte de kaarten er maar eens bij en we vertrouwden toch maar op Maps.me. Heel even had ik wifi en zette mijn hulpbron GoogleMaps in en die dacht er anders over, gelukkig kon deze ons in vier uur naar de camping brengen.
Bij de eerste afslag stond er een bord dat er de komende 120 mijl geen winkel, benzine of café is. We weten intussen dat ze hier geen grapjes over maken maar toch is het voor ons moeilijk in te denken dat je zo ver van de bewoonde wereld zit. Na uren hobbelen over het zandpad kwamen we aan. Er was niemand op de camping en bloedheet. Mijn hemel, ik had hier twee dagen geboekt. De camping grenst aan de Alvord dessert met op de achtergrond de Steensmountains. Geen greintje schaduw en een keien als ondergrond. Bij binnenkomst van het primitieve receptie gebouw vroeg de medewerker of we voor 1 of 2 dagen geboekt hadden. Ik greep mijn kans en zei: nou eigenlijk twee maar één is ook goed. Geen enkel probleem. Heerlijk dat ze zo gemakkelijk zijn hier. Ik vroeg of er in de buurt een restaurant was maar daarvoor moesten Burns, 121 mijl verder op. Grapjas. Hij verkocht wel koeken, water, snoep en wijn. Ach we redden ons wel.
Omdat het zo heet was besloten we eerst de hotsping te bezoeken. Die tent opzetten kon ook later wel als het wat was afgekoeld. We troffen er een provisorisch hutje met twee bronnen. Eentje was veel te heet, maar die buiten was heerlijk. Je kon gaan zitten op oude wastrommels. Twee heren sloten zich bij ons aan. Het waren oudere broers en waren hier als kind ooit geweest, het was niets verandert. Ze waren zo blij en opgetogen als kinderen die op schoolreisje waren. Ze waren al twee jaar aan het voorbereiden om hier naar toe te gaan. Vrouwen bleven thuis, die hielden hier niet van. Ze zaten flink op de preekstoel en waren een komisch duo zo samen. We hebben ons prima vermaakt. Toen wij weggingen zag ik dat een van het de zwembroek nog had laten liggen. Gelukkig konden we ze nog waarschuwen voordat ze verder zouden gaan.
Na het opzetten van de tent kwam toch het verhaal: eten. Hoe gaan we zonder vuur water warm krijgen? We wilden aardappelpuree maken en dat is best lastig met koud water. Richard zou de groenten snijden (we hadden in de koelbox nog een paar tomaten en pepers gevonden) en ik zou warm water regelen. Ik mocht in de receptie de magnetron gebruiken en terwijl ik het water verwarmde knoopte ik een gesprek met de receptiemedewerker aan. Hij woonde op een boerderij in de buurt. Ik vertelde trots over onze kinderen. Hij vertelde dat hij een drieling had. Hij zich daarna meteen willen laten helpen maar was te laat. Zijn vrouw was alweer zwanger. Ze baden tot god dat het weer geen drieling zou zijn. Ik kocht nog wat te snoepen en wijn en kreeg van hem abrikozen uit eigen tuin. Zijn dochter had die vanochtend geplukt. Heel erg lief. Richard kwam intussen eens kijken waar ik bleef. Ook nu weer gezellig gekletst. De man liet ons in een boek zijn familie zien en Richard dacht die foto te herkennen van internet. Statig bij een kar, al zijn kinderen en zijn vrouw, zo trots.
Tijdens het avondeten stopte er een auto met jonge gasten. Ze kwamen vanuit de woestijn en vroegen aan ons of wij bier voor hun wilde gaan halen. Ze waren eerst al geweest maar waren hun ID vergeten. Richard wilde dat wel doen. Het verhaal rammelde aan alle kanten maar we snappen ze wel. De knul ging bij me zitten en had tips over de woestijn en de omgeving. Wisten we dat we er moet de auto overheen konden rijden? Moesten we zeker doen. Leuke gast. Richard kwam terug met het bier en vertelde me later dat de bediende zei dat er eerder ook al jongens waren die bier wilde kopen. Omdat ze geen ID bij hadden deed hij het niet. Iedereen moet dat ook 21 jaar of ouder zijn. Er stonden camera’s en hij durfde het niet aan. Richard hielt wijselijk zijn mond.
Na het eten gingen we weer naar de hotspring. Richard was er weer zo uit maar ik bleef heerlijk liggen. Richard zou een wijntje halen en toen kwam er een stel bij die in hun blote kont de hotspring ingingen. En ik maar denken dat ze hier zo preuts waren. Het werd een superleuke avond. Ze kwamen uit Portland. Hij werkte als monteur en zij in het ziekenhuis als laborante. Toen de PCT ter sprak kwam vertelde de man dat hij de AT (Appalachen Trail) gelopen had. Dit is een langeafstandswandeling in het Oosten van Amerika. Bill Bryson schreef er een boek over wat we ooit voorlazen aan de kinderen tijdens een van onze reizen. Dit boek plantte een zaadje bij Juul. Ongelooflijk, wat een kleine wereld. We hebben tot in de late avond zitten kletsen met een biertje en een fles wijn. Het was een top-avond. Het ene verhaal na het andere over de PCT en de AT, we hebben genoten. Het was al donker toen we onze tent opzochten die moederziel alleen op de camping stond. Maar goed dat we gereserveerd hadden.
29-7-2023 Silver city
Silver city campground first come > motel in Jordan Valley.
29-7-23
Om 6.45 uur waren we al wakker en verlieten onze kamer. Onze host was in geen velden of wegen te bekennen. Ik gaf het hondje een aai over zijn koppie en zei tegen hem dat hij het vrouwtje de groeten moest doen. Hij rende meteen naar de kelder. Ik liep achter hem aan en zag licht onder de deur van de badkamer komen. Op mijn roepen kwam geen reactie, ik liet het maar zo. Om op de badkamerdeur te kloppen was ook weer zoiets, gastvrijheid kent wel grenzen.
Onze rit vandaag naar Silver City zou vier uur duren zei Maps.me. Volgens Richard was er een restaurant en zouden we niet verhongeren. Onderweg tankten we nog maar eens en haalden we bij de Wallmart salade voor tussen de middag. Ik had geen zin om weer muesli als ontbijt te eten en opperede een warm ontbijt (eieren met toast en spek). Richard gaf als reactie “voor mij is muesli ook goed”. Prima dan doen we het niet dacht ik, ook goed. Een aantal kilometers verder een late droge reactie van Rich “maar het is wel lekker he”. Dus op naar de eerste plaats waar we de snelweg af moesten en dat was Mountain Home. We vonden een leuk restaurant en ik kon mijn geluk niet op toen ik zag dat de tv aanstond met de sprintrace van de Formule 1. Ze waren nog niet begonnen omdat het zeiknat was, had ik eventjes geluk. Ik appte Fabrice (de vriend van Fenna) dat we er klaar voor zaten. Direct belde Fenna op. Ze waren gezellig in Winterswijk met Jessie en Lars.
Het ontbijt smaakte goed en met een gevulde buik konden we er weer tegen. Fabrice appte me nog wat ik vond van de straf van Hamilton. Op dat moment wist ik nog van niets, later zag ik de touche en natuurlijk had Hamilton die straf terecht gekregen.
Gisteren was het alweer Ă©Ă©n jaar geleden dat Jolande (een studiegenoot) overleden is. Vandaag Ă©Ă©n jaar geleden hoorde ik dat en ook het slechte nieuws dat mijn vader gevonden was door de zorg. EĂ©n dag later was hij al overleden. Hat was ook de dag dat we Richard en Juul zouden treffen. We hebben het er nog vaak over, zeker ook vandaag.
Op een gegeven moment moesten we van de weg af en het laatste stuk (56 mijl) ging over een zandpad. Veel keien in de weg, gaten en het stof vloog ons om de oren. Je ziet wel eens van die mensen die tijdens Parijs Dakar naast de chauffeur zitten om te vertellen hoe hij of zij moet sturen. Nou zo zat ik er op een gegeven moment ook bij. “Nee, Rich je moet nu naar rechts, zie je die grote steen?, nu naar links sturen, ja, goed zo”. Het was me het ritje weer wel. Silver City is het meest afgelegen stuk van de USA op Alaska na en dat hebben we gemerkt. Toen we in Silver City aankwamen was het een drukte van belang. We zochten de camping en vonden hem in eerste instantie niet. Een knul vertelde waar we moesten zijn, betalen hoefde we niet, da’s mooi. We reden een pad in waar een bord stond dat dit niet de weg was naar Jordan Valley. Daar hoefden we ook niet naar toe we zochten de camping. Het pad werd slechter en slechter en was zelfs voor onze fourwheeldrive niet meer te doen. Richard keerde de auto en reed het pad terug. Op de achterkant van het bord wat bij de ingang van het pad stond las ik: We told you so!. Hilarisch, we kwamen niet meer bij. We parkeerde de auto op de plek waar de camping was. Het was nou niet echt de camping die we in gedachten hadden. Er waren 2 wc’s huisjes, heel veel buggy’s, veel toeristen in de stad, veel koeienvlaaien overal en gelukkig geen grote kevers. Die hadden we namelijk onderweg een heleboel gezien. Onze verkenningstocht bestond om door het stadje te lopen en te vragen of we inderdaad op de goede plek waren voor de camping. De mevrouw van een winkel vertelde ons dat we goed zaten. Richard leek het een goed idee om een reservering te maken in het restaurant voor vanavond. Daar vertelde men dat er een conferentie was en alles vol zat. Gelukkig hadden we onze salade nog en aten die bij de auto op een picknicktafel (onze vermeende campingplaats) op. De buggy’s vlogen ons links en rechts voorbij. Rich vroeg me of ik hier wilde blijven. Heel eerlijk…. neuh. Hij ook niet gelukkig. We somden op wat ons niet beviel en besloten weg te gaan. Toen we het stadje uitwaren (wat gewoon een stadje was waar mensen wonen en werken) kwam Rich erachter dat hij zijn bril kwijt was. Ergens had hij hem verruilt voor zijn zonnebril, maar waar en waar lag dat verdomde ding? We stopten de auto en gingen zoeken, niets te vinden. Misschien dan bij de picknicktafel? Verdorie moesten we weer door dat hobbelstadje heen. Bij de picknicktafel lag geen bril wel de schoenzool van Richard. Gisteren tijdens de kanotocht hadden zijn slippers het begeven en het bewijs lag nog bij de picknicktafel. Uiteraard hebben we de zool meegenomen om later weg te gooien. Ik belde naar het restaurant van vanmorgen maar die hadden geen bril gevonden. Je piekert je toch suf waar dat ding gebleven kon zijn. Rich heeft min 7 en heeft zijn bril echt nodig. Nou, ja we zouden later wel kijken eerst maar eens bij Jordan Valley zien te komen. Hobbelde bobbel weer een ander zandpad, het bleef maar doorgaan, twee uur lang. Hertz zal ons weer dankbaar zijn. Maps.me gaf aan dat we nog 5 mijl te gaan hadden, fijn we waren er bijna. Voor ons zagen we de weg breder worden maar ook de glinstering van een flinke plas water, zeg maar gerust een klein vennetje. De weg ging aan de andere kant verder. Richard stopte en ik dacht: hij gaat hier vast doorheen rijden maar ik wil eerst wel weten hoe diep het is. Ik deed mijn watersandalen aan en liep erin. Het water kwam tot mijn knieën. Volgens mijn eega moest dit wel kunnen, ik was het er niet mee eens. Net toen we dit aan het bespreken waren stopte er een auto met een moeder en zoon. Ze vroegen aan mij of we er doorheen gingen. Nou, niet dus, het is een rental. Tja, zei de moeder die van ons is van ons en ook wij gaan het niet doen, we rijden wel terug. Tjeetje, dat hele stuk weer terug. Jammer maar het kan niet anders. Terug in de auto babbelden we over of we het wel gedaan zouden hebben als de jongens erbij geweest zouden zijn, of Harrie. Waarschijnlijk wel, dan had ik geen stand gehouden. Volgens Richard kon deze auto het wel hebben, de inlaat zit hoog en de motor ook. Was het fout gegaan dan was er vast wel iemand geweest die ons eruit getrokken zou hebben. We hadden ook nog drie weken de tijd om de auto te drogen. Different point off view. Kijk zelf maar naar de foto en oordeel, wat zouden jullie gedaan hebben?
Na een hobbelpad van 2 uur terug kwamen we op de asfaltweg in Jordan Valley. Er was geen camping en Booking.com kon geen motels aanbieden. Richard zag achter een benzinestation wel een motel. Er was een winkel bij maar de bediende stuurde ons naar het benzinestation. De eigenaresse runde het benzinestation, de plaatselijk bandenhandel (zal wel goed floreren hier met die geweldige wegen) en het motel. Ze was juist bezig om banden te verwisselen en met haar zwarte handen pakte ze een kartonnetje waar de nummers van de kamers op geschreven stonden. We kregen kamer 108, 70 dollar aub. “De winkel is open tot 22.00 uur en er is een foodtruck (is van een vriendin van mij) die om 20.00 uur sluit. Meer hebben we hier niet. Geef de sleutel hier morgen maar af of laat ze maar in de kamer, alles is goed”.
Kamer 108 zat aan het einde van de rij en is helemaal prima. We sjouwden al onze spullen uit de auto en gingen de boel eerst maar eens organiseren. De bril was nog steeds zoek en toen ik in een vakje in het portier aan de bestuurderskant voelde ik daar toch echt een bril. Ik weet zeker dat er mensen zijn die dit nu lezen en dit soort situaties herkennen……
Richard scoorde bij de winkel speciaal biertje en ijsjes. Later op de avond zigzagden we door de kevers (acht cm grote sprinkhanen) naar de foodtruck, het was me het dagje wel weer.